Van de sporttribune naar de schoolbanken
Marius Hutu pendelt tussen werelden. Overdag volgt hij internationale sportwedstrijden voor Roemeense media, ‘s avonds buigt hij zich over Franse en Nederlandse woordenschat en grammatica bij Crescendo CVO in Tervuren. Samen met zijn vrouw en twee zonen verhuisde hij naar België.
Marius Hutu: “Mijn Engels is redelijk goed, maar als je hier woont moet je de landstalen kennen om volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Wij kozen ervoor de stap naar België te zetten om onze kinderen betere kansen te geven. Onze zonen van 9 en 11 hebben allebei een school gevonden waar ze zich goed voelen. Binnenkort gaat onze oudste zoon naar de secundaire school, hopelijk in Zaventem waar we wonen. Frans en Nederlands leren is belangrijk om onze kinderen te helpen hun weg te vinden en hen voor te bereiden op de toekomst.”
Sportmicrobe te pakken
“Ik werk al 24 jaar als sportjournalist: voetbal, handbal, tennis – noem maar op. Ik reis veel, doe interviews, schrijf artikels en verslagen van sportwedstrijden. Twee jaar geleden was ik op het WK gymnastiek in Antwerpen, binnenkort ga ik handbal volgen in Keulen en Rotterdam, en volgend jaar versla ik de winterspelen in Milaan. Ik heb vroeger veel gevoetbald, en nu loop ik samen met mijn vrouw, die lang aan atletiek deed. Onze zonen hebben ook de sportmicrobe te pakken: ze voetballen allebei in Haren en ze mogen zelf kiezen of ze daar verder in willen. Voor ons is het belangrijk dat ze het graag doen. We volgen samen ook de wedstrijden van Genk, Brugge en Antwerpen.”
De tijd nemen om een taal te leren
“Voor mij is het contact met andere cursisten en de leerkracht belangrijk. Zo zie je meteen je fouten en kan je bijsturen. Daarom volg ik de lessen niet online maar op de campus in Tervuren: maandagavond volg ik Frans en op woensdagavond gaan mijn vrouw en ik samen naar de lessen NT2. We volgen de lessen bewust één keer per week, want intensieve cursussen zijn moeilijk te combineren met werk en gezin. Om een taal te leren moet je de tijd kunnen nemen.”
“Zowel voor Frans als voor Nederlands moet niveau B1 of B2 wel haalbaar zijn. De leerkrachten zijn heel behulpzaam en leggen veel geduld aan de dag. Zij verbeteren ons de hele tijd en herhalen de leerstof waar wij het moeilijk mee hebben. Na een maand of 5 zorgde de leerkracht voor een algemene herhaling en dat hielp echt. Grammatica en vervoegingen zijn nog lastig voor mij; ik heb niet altijd de tijd om alles even grondig te oefenen. Maar stap voor stap komen we er wel en wie weet wat er nog op mijn pad komt? “